Een abrupt einde aan The Fall, de laatste eigenzinnige band in de popmuziek
Mark E. Smith is niet meer. In de loop van woensdagochtend 24 januari overleed de zanger thuis op 60-jarige leeftijd. De doodsoorzaak is op moment van schrijven onbekend. Net als de reden van zijn plots opkomende ziekte in het najaar van 2017. Tijdens de laatste optredens met zijn band The Fall zat Smith in een rolstoel, de rechterarm in een mitella. Een enkele keer zong hij noodgedwongen vanuit de kleedkamer. Het typeert de instelling van de vroegere havenarbeider, die in 1976 The Fall oprichtte, vernoemd naar het gelijknamige boek van Albert Camus.
Plots is er een wrang einde gekomen aan het voortbestaan van de meest eigenzinnige zanger en band die de Britse popmuziek heeft gekend. The Fall speelde niet zozeer archetypische gitaarpunk, maar droeg ruim veertig jaar de punkgedachte uit. Alles in eigen hand, dwars tegen stromingen en adviezen in. Achteraf niet zo moeilijk, want Smith bepaalde als enige vaste kracht het geluid en de richting van de band die talloze bezettingen kende. Wanneer een de gitaristen vroeg om een contract schreef Smith dit uit op een pakje sigaretten.
Zelf was de zanger een groot bewonderaar van Can. Hij schreef waarachtig een song over de experimentele Duitse band (I Am Damo Suzuki). Een andere muze van Smith was literatuur. Tot een van zijn favoriete boeken behoorde de naoorlogse roman Nord van Céline. De albumhoezen van The Fall waren net zo expressief en kleurrijk als de muziek. Die varieerde van slepende postpunk tot garagerock naar pure pop. The Stooges waren een andere grote bron van inspiratie.
Maar wat The Fall onderscheidde was dat die muziek monotoon voortjakkerde onder de snerende en associatieve slogans van Smith. Voor het volharden van die uiteindelijk verslavende combinatie, dwong The Fall in de loop der jaren steeds meer bewondering af. Zeker in Engeland waar de band door vriend en vijand op handen werd gedragen. Op haar website kondigde de BBC het overlijden van Mark E. Smith aan als breaking news.
Medebandlid en ex-echtgenote Brix Smith, noemde hem in haar autobiografie “tegendraads als persoon en als schrijver, maar dat is wat in zijn voordeel spreekt”. En inderdaad was Smith als bandleider iemand met een reputatie. In een dronken buien kon hij verbaal zo tekeer gaan dat hij meer dan eens betrokken raakte bij vechtpartijen. Ondanks dat hij tijdens een tournee in Denemarken een gebroken neus opliep en enkele losse tanden, ging hij gewoon door met optreden.
In talloze bezettingen maakte The Fall meer dan dertig albums voor bijna net zoveel labels. Begin jaren negentig ging de band zelfs een kortstondige verbintenis aan met de grote platenmaatschappij Phonogram. Het tijdperk van de cd was net begonnen maar op de binnenhoes van Extricate noteert Smith fijntjes: “dit is een top album, op zijn minst op vinyl of cassette.” En even verderop over de songs van de plaat. “The Fall zoals het hoort te zijn, en niet zoals het wordt waargenomen”.
In 2001 was de schrijver van dit stukje getuige van een curieus optreden van The Fall, in popzaal Spuugh in het Limburgse Vaals. Wanneer Smith het podium opstapt, gekleed in beige bomberjack, is de band al enkele minuten bezig. Terwijl de muziek klinkt als een oplossing op zoek naar een probleem, doet Smith alsof hij er niet bij hoort. Achteloos neemt hij plaats op het drumstelpodiumpje vanwaar hij het publiek minutenlang aanstaart. Smith steekt vervolgens een sigaret op, maar gooit de peuk na drie trekjes op de grond. Van een luidspreker pakt hij een biertje, neemt een slok en smijt met een ferme zwaai het nog bijna volle blikje naar een roadie. Die bukt net op tijd waarna het blikje met een doffe klap tegen de muur uiteen spat. Kortom, The Wonderful And Frightening World Of The Fall, zoals een van de betere albums luidt, was begonnen. Mark E. Smith leek even in gevecht met zichzelf. Maar eenmaal op dreef speelden hij en de band los zand aan elkaar tot een auditief beeldhouwwerk.
Lees ook alle vorige artikelen van Harry Prenger.