Het is mijn eigen schuld. Nadat je me verliet belde ik stad en land af in de hoop dat je me nog een kans zou geven. Aan het woord is een man met gitaar. Op de achtergond probeert een piano hem op te vrolijken. Wanneer de liefde plaatsmaakt voor het verlangen kruipt vanzelf de blues naderbij. Na de zelfbekentenis It’s My Fault wil hij die ene High Priced Woman aan de haak slaan al weet hij dat zij hem alleen maar geld gaat kosten. En aan geld heeft hij een groot gebrek ondanks zijn hit in 1948 met Boogie Chillen’. Meer dan een miljoen keer over de toonbank maar zelf zag hij er geen cent van terug.
Zijn vader, een doopsgezinde predikant, heeft hem nog gewaarschuwd dat de blues muziek was van de duivel, maar John Lee was toen al lang en breed onderweg naar Detroit. Om de Deltablues, de primitieve, landelijke variant naar de grote stad te brengen. Het enige wat hij nodig had waren één, hooguit twee akkoorden en het verkondigen van zijn eigen waarheid. Eerst Boogie Chillen’ nog eens dikjes overdoen in Walkin’ The Boogie; meer gitaren, meer geluid, meer inhoud, inclusief overname van de volledige tekst.
Toen Muddy Waters met zijn elektrisch versterkte gitaar het licht aandeed maakte John Lee Hooker het licht weer uit. Staren naar de duisternis in het huis dat hij om zijn eigen bluesgevoel heen bouwde. In Ramblin’By Myself zingt hij tien keer het woordje “gone”. Achtmaal opent een zin met “she left me”. Zelfs de kakkerlakken maken dat ze weg komen uit de kieren van de kale muren.
Volgens Keith Richards negeert John Lee Hooker akkoordenwisselingen; ze worden meer gesuggereerd dan gespeeld. Intussen stompt zijn voet ongedurig op een stuk hout. In vrijwel alle boeken over The Rolling Stones staat Hookers naam in het register gebeiteld. Dat zou ook het geval moeten zijn in de biografieën over al die andere artiesten die wel eens in aanraking zijn geweest met een gitaar, het ritme, het zelfinzicht, de weemoed, het verlangen, de aanwezigheid en bovenalles de afwezigheid van een vrouw. Hooker nam House Of The Blues op tussen 1951 en 1954. Mooi meegenomen om met de kennis van nu de halve rockmuziek erin terug te horen. Een klassieker dus én naamgever van de huidige keten bluesclubs in Amerika.
Van alle persingen die de laatste jaren zijn verschenen biedt deze van Music On Vinyl ongetwijfeld het beste geluid. Vergeet de dubieuze heruitgaven waar kopers op forums over klagen, uitgebracht door cowboylabels die slechts profijt trekken van verlopen auteursrechten. Nee, hier is werk van gemaakt. John Lee Hooker en zijn stem, gitaar, blok hout onder het been en de godganse blues gaan gewoon onder je huid kruipen. Music On Vinyl heeft hoes en label zoveel mogelijk overgenomen van de Amerikaanse lp uit 1959. Die barcode doet natuurlijk een beetje pijn aan de ogen. Gelukkig wel geperst op zwart vinyl!
John Lee Hooker – House Of The Blues (lp, Chess/Music On Vinyl 1959/2018)