“De reacties vandaag op de verkrachtingszaak van een Afghaanse asielzoeker blijven, hoe begrijpelijk ook, haken op louter instinctieve verontwaardiging. Voor de principiële consequenties van deze zaak is men volledig blind, ook al zijn die veel kwalijker.
Natuurlijk kun je je vraagtekens zetten bij de gebruikelijke strafmaat voor dit type misdrijf (2 jaar), en kun je de argumenten van de verdediging verwerpelijk bevinden, maar in dit geval wordt in de bepaling van de strafmaat expliciet de vreemdelingenstatus van de- inmiddels- veroordeelde meegewogen, en dat is doodeng. Omgekeerd zou die overweging óók eng zijn, bijv. wanneer de afkomst van de veroordeelde zou worden aangedragen als argument voor een hógere straf.
Het heeft er alles van weg dat hier sprake is van beïnvloeding door ideologische overtuiging op de bepaling van de strafmaat, ergo: een oneigenlijke verstoring van de rechtsgang dóór de rechters. En dat is de eigenlijke schande.”
Jurriaan Maessen