D66-leider Rob Jetten profileert zich als klimaataanpakker die daarvoor inspiratie heeft opgedaan in de lokale politiek in Nijmegen. Maar wie zijn oor in ’Havana aan de Waal’ te luisteren legt, leert een heel andere man kennen dan de klimaatridder die hij aan het Binnenhof pretendeert te zijn.
De wens om stevig te vergroenen is in Nijmegen al jaren oud. In het collegeprogramma van D66, GroenLinks en PvdA wordt in 2010 al opgeschreven dat de stad ’koploper’ wil worden als het gaat om energie en klimaat. ’Forse stappen’ wil het stadsbestuur zetten ’in de richting van klimaatneutraliteit’. Inmiddels wil de stad ook volledig aardgasvrij worden. In het jaar 2045 moet dat achter de rug zijn.
Dat juist in 2010 voor het eerst de term ’koploper’ in het Nijmeegse coalitieakkoord verschijnt als het gaat om klimaat, lijkt geen toeval te zijn. Het is D66’er Rob Jetten die daar in die tijd het podium van de gemeentepolitiek bestijgt: hij werkt mee aan het coalitieakkoord en wordt fractieleider van de democraten in de gemeenteraad. Het credo van toen valt ook nu om de haverklap bij de D66’er te beluisteren. Hij vindt dat Nederland de groene koppositie moet pakken.
Maar dat blijkt allemaal compleet anders te zitten. „Jetten groen? Zo kennen we hem helemaal niet”, snuift raadslid Paul Eigenhuijsen van de lokale partij VoorNijmegen.nu. Volgens hem kwam de toenmalige wens van Nijmegen om groene koploper te willen worden uit de koker van GroenLinks, waarmee D66 samen met de PvdA in het coalitieschuitje stapte. „Dat is pas omgeslagen toen concurrent GroenLinks steeds groter werd, ook op landelijk niveau.” Volgens hem werd D66 groen uit puur opportunisme.
https://www.telegraaf.nl/nieuws/3069672/jetten-was-in-nijmegen-helemaal-niet-groen