‘Het duidelijkste fotografische bewijs van de Holocaust’ is te kwetsend voor tentoonstelling ‘De Jodenvervolging in foto’s’.
19 April 2019
15:37
Het afplakken van vier foto’s uit Auschwitz op de tentoonstelling De Jodenvervolging in foto’s in het Holocaust Museum in oprichting, heeft geleid tot een controverse tussen de gastcuratoren en het museum in Amsterdam. Het betreft beelden die worden beschouwd als het duidelijkste fotografische bewijs van de Holocaust.
De foto’s, die door de Griekse concentratiekampgevangene Alberto Errera zijn gemaakt, tonen het moment waarop ontklede vrouwen naar de gaskamers gaan en de verbranding van stapels lijken. Errera heeft de foto’s in augustus 1944 met doodsverachting vanuit de heup geschoten. Als hij ontdekt zou zijn, zou hij vrijwel direct zijn gedood.
De gastcuratoren Erik Somers en René Kok van het instituut voor oorlogsdocumentatie, holocaust- en genocidestudies NIOD beschouwen de vier foto’s – die uniek zijn omdat ze de enige zijn waarop de massavernietiging in Auschwitz daadwerkelijk is te zien – als het logische sluitstuk van de expositie, waarin het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog aan de hand van foto’s wordt verteld. ‘We laten zien hoe de maatschappelijke uitsluiting van Joden in 1940 werd gevolgd door steeds klemmender bepalingen, door de vervolging, de deportatie en hun uiteindelijke vernietiging. Deze uiterste consequentie, hoe schokkend ook, moet worden getoond. Ze laten het verschrikkelijke lot zien dat ook de Joden uit Nederland hebben ondergaan.’