“Het is een soort heropvoeding.
Onze dagen beginnen om kwart over zeven. Dan maken we de deuren van de kamers open. Ik klop eerst op de deur en kijk door het luikje. De patiënt moet een teken van leven geven. Sommigen steken alleen hun hand omhoog. Soms begint iemand te schelden, omdat hij nog slaapt. Om half acht is het gezamenlijke ontbijt. Daarna begint het individuele programma: werken, leren en therapieën. Later op de dag volgt soms nog sport of een andere vrijetijdsbesteding.
s’ Avonds kijken we vaak samen tv, van The Bold and the Beautiful tot spannende films en voetbal. Soms grijpen we een programma aan om het gesprek aan te gaan. Bijvoorbeeld Temptation Island, programma’s waarin mensen elkaar bedonderen. Ik vraag wat zij vinden. Dat kun je echt niet maken, zeggen veel patiënten dan. Om half tien gaan de kamers op slot.
Ik denk dat de patiënten ons nog meer in de gaten houden dan wij hen. Niet alleen omdat ze ons willen manipuleren, maar ook uit angst. Veel patiënten denken dat wij ze het liefst voor altijd zouden willen opsluiten. Dat wij zo denken als de maatschappij denkt.
Tbs wordt als straf gezien, terwijl je tbs ook kunt zien als een tweede kans die de rechter je biedt. En die kans zou je moeten grijpen.
Ik heb inmiddels wel een la met bedankkaartjes van voormalige patiënten.”