Longread

Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV): EU moet over eigen handelingsvermogen beschikken

1 July 2020 13:17

“We moeten als Europa meer investeren in Defensie. Dit is noodzakelijk om de veiligheid van Europa, en dus Nederland, ook in de toekomst te borgen.” Hiermee reageert minister Ank Bijleveld-Schouten op het vandaag verschenen rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV).

Daarin zegt de AIV dat zowel de NAVO als de EU essentieel zijn en moeten worden versterkt. Binnen de NAVO moeten de Europese leden een been bijtrekken en hun eerlijke aandeel aan de gezamenlijke veiligheid leveren. Europese landen moeten verantwoordelijkheid nemen op veiligheidsgebied en de eigen veiligheid kunnen verdedigen. Versterking van de ene organisatie leidt ook tot versterking van de andere.”

https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2020/06/30/investeer-in-de-veiligheid-van-europa

Ref:

https://www.defensie.nl/binaries/defensie/documenten/rapporten/2020/06/30/europese-veiligheid-tijd-voor-nieuwe-stappen/AIV+advies+%27Europese+veiligheid.+tijd+voor+nieuwe+stappen%27.pdf

De samenvatting hiervan – met toegevoegde cursiveringen >

Samenvatting

Het Nederlandse beleid inzake Europese veiligheid was de afgelopen decennia gericht op het bereiken van effectieve veiligheidssamenwerking en het behalen van concrete resultaten op het vlak van militaire capaciteiten. Nederland heeft zich altijd terughoudend opgesteld ten opzichte van een meer politieke invulling van het Europese veiligheids- en defensiebeleid. ‘Strategische autonomie’ of ‘Europese Defensie Unie’ zijn termen die zelden of nooit door Nederlandse bewindslieden in de mond worden genomen. De toegenomen kwetsbaarheid van Europa, het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie (EU) en de gewijzigde opstelling van de VS vragen van Nederland echter om de eigen rol en positie te herzien. Als Nederland invloed wil houden op de vormgeving van de Europese veiligheid, is het tijd voor nieuwe stappen.

De veiligheid van Europa staat als gevolg van de nieuwe dreigingen, ingrijpende geopolitieke verschuivingen en veranderingen in de trans-Atlantische betrekkingen onder druk: Europa is kwetsbaar geworden. Het tijdperk van de hegemonie van de Verenigde Staten (VS), waarin dat land optrad als de hoeder van de naoorlogse orde in de wereld, is voorbij. Waar Washington vroeger in geval van internationale crises de leiding nam, is daarvan nu geen sprake meer. De huidige Amerikaanse president legt weinig belangstelling voor de Europese veiligheidsvraagstukken aan de dag. De kans op militaire agressie of politieke pressie met militaire middelen door Rusland, is toegenomen. Aan de zuid- en zuidoostflank wordt Europa geconfronteerd met instabiliteit. China manifesteert zich wereldwijd en dat heeft ook effect op Europa. Verder ziet Europa zich in toenemende mate geconfronteerd met hybride (niet-militaire) dreigingen en aanvallen.

De AIV is naar aanleiding van de motie Sjoerdsma/Belhaj/Kerstens gevraagd te adviseren over de ‘optimale vormgeving van de Europese veiligheidsarchitectuur en de optimale taakverdeling tussen de NAVO en de EU’.1 Naar het oordeel van de AIV is het Europese handelingsvermogen sterk afhankelijk van de mate waarin Berlijn en Parijs, met zo groot mogelijke betrokkenheid van Londen, in staat zullen zijn het voortouw te nemen. De politieke keuzes in deze drie hoofdsteden zijn van doorslaggevend belang voor de vormgeving van de Europese veiligheidsarchitectuur en daarmee de slagvaardigheid van Europa.

Van de drie grote buren is Frankrijk het meest uitgesproken voorstander van vergaande Europese defensiesamenwerking en Europese militaire samenwerking. Tegelijkertijd onderschrijft het de rol van de NAVO in de collectieve verdediging van Europa. Het bezit van kernwapens is de ruggengraat van de Franse nationale strategische autonomie. President Macron lanceerde in 2017 het Europese Interventie Initiatief ter bevordering van een Europese strategische cultuur. Inmiddels doen hieraan dertien landen, waaronder Nederland, mee. Frankrijk zou graag zien dat tijdens het Franse EU-voorzitterschap in 2022 een verklaring wordt aangenomen over de implicaties van artikel 42, zevende lid, VEU; de Europese bijstandsverplichting.2 Duitsland streeft naar een nadere invulling van de eigen rol op veiligheids- en defensiegebied in de EU. Het pleit al sinds enige jaren voor een Europese Defensie Unie, hetgeen aansluit bij het Franse streven.Het heeft het initiatief genomen voor een discussie over het ‘strategische kompas’ van de EU. Dit moet tijdens het Duitse voorzitterschap in de tweede helft van 2020 resulteren in een nadere definitie van de Europese ambities op veiligheids- en defensiegebied. Verder heeft Duitsland samen met Frankrijk de oprichting van een Europese Veiligheidsraad voorgesteld als forum over Europese veiligheidsvraagstukken na het vertrek van het VK uit de EU. Het VK heeft zich op het vlak van Europese defensiesamenwerking steeds terughoudend opgesteld en op de rem gestaan, maar is vanwege de kwaliteit en het vermogen van de Britse krijgsmacht in militaire zin van groot belang voor de veiligheid van Europa. Het VK heeft een relatief groot defensiebudget, een zetel in de VN-Veiligheidsraad, is een kernwapenmogendheid en actieve NAVO-bondgenoot.

De NAVO en de EU vormen voor Nederland de basis van de Europese veiligheidsarchitectuur. De gemeenschappelijke verdediging van het bondgenootschappelijk gebied is de kerntaak van de NAVO onder artikel 5, dat wordt gegarandeerd door de Amerikaanse kernwapens. Sinds de Russische annexatie van de Krim in 2014 richt de NAVO zich weer in belangrijke mate op de verdediging van het Europese grondgebied, vooral aan de oostgrens van het bondgenootschap. Ook de EU kent een verplichting tot onderlinge bijstand, art. 42.7 VEU. De EU streeft al meer dan twintig jaar naar meer autonomie met geloofwaardige militaire capaciteiten in het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). De EU beschikt, in tegenstelling tot de NAVO, niet over een gemeenschappelijke commandostructuur en richt zich vooral op het bezweren van conflicten in de nabije omgeving. Ad-hoc-coalities spelen regelmatig een grote rol tijdens militaire interventies. Ze kunnen snel worden gelanceerd en de aanwezigheid van een lead nation (doorgaans de VS of Frankrijk) vergroot de slagvaardigheid.

Voor de verdediging in een groot conflict met Rusland is Europa afhankelijk van gezamenlijk optreden met de VS. Het ambitieniveau dat is vastgelegd in de EU Global Strategy (2016) wordt bij lange na niet gehaald. Alleen Frankrijk en het VK zijn tot op zekere hoogte in staat alle typen operaties in het hoogste deel van het geweldsspectrum autonoom uit te voeren. Een aanzienlijke groei van de defensie-uitgaven van de Europese landen is noodzakelijk. Daarnaast moet de ingeslagen weg naar meer gemeenschappelijke defensieplanning en materieelaanschaf ten behoeve van de versterking van de Europese militaire capaciteiten worden vervolgd, met een meer verplichtend karakter voor de onderlinge afspraken. Verder is het de hoogste tijd voor de Europese landen om serieus werk te maken van taakspecialisatie. Hiermee kan grotere doelmatigheid, uitbreiding van cruciale militaire capaciteiten en versterking van de onderlinge samenhang en afhankelijkheid worden bereikt.

Tegen deze achtergrond komt de AIV tot de volgende tien aanbevelingen.

1. Nederland doet er goed aan zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de Frans-Duitse initiatieven voor Europese veiligheid.

2. Blijvende betrokkenheid van het VK is onontbeerlijk voor een adequate behartiging van de Europese veiligheidsbelangen.

3. Nederland dient een meerjarenplan, met daarin vooraf bepaalde stappen voor het behalen van de 2%-norm van de NAVO voor het defensiebudget, op te stellen.

4. Het voorstel voor de oprichting van een Europese Veiligheidsraad verdient Nederlandse steun in het belang van de benodigde slagvaardigheid van Europa.

5. In het EU-overleg over de operationalisering van art. 42.7 VEU dient Nederland erop aan te dringen dat het artikel ook van toepassing is op hybride dreigingen en dat de EU verduidelijkt welke middelen beschikbaar zijn in geval van agressie.

6. De Military Planning and Conduct Capability (MPCC) van de EU moet worden omgevormd tot een hoofdkwartier voor de strategische en contingency planning van militaire missies en het leiden van de door de EU zo nodig zelfstandig uit te voeren militaire taken.

7. De vorming van een Europees interparlementair netwerk voor overleg over defensieplannen en parlementaire besluitvormingsprocedures voor de uitzending van militaire eenheden, zal bijdragen aan het Europese handelingsvermogen.

8. Een bindend gemeenschappelijk Europees defensieplanningsproces, versterking van de permanent gestructureerde samenwerking op materieelgebied en voldoende middelen voor het Europese Defensiefonds zijn noodzakelijk voor samenhangende Europese defensieplanning en materieelontwikkeling.

9. Verbetering van interoperabiliteit en standaardisatie van militaire eenheden is essentieel voor meer efficiënte Europese defensiesamenwerking. Nederland moet op materieel gebied en op het gebied van wapenexportcontrole nauw samenwerken met Duitsland en Frankrijk, met in achtneming van de gedragscode van de EU betreffende wapenuitvoer.

10. De Europese landen dienen onverwijld werk te maken van taakspecialisatie ter vergroting van de doelmatigheid van de besteding van de defensiebudgetten van de Europese landen, uitbreiding van cruciale militaire capaciteiten en ter versterking van de onderlinge samenhang en afhankelijkheid.

Ref:

Van: https://maxius.nl/verdrag-betreffende-de-europese-unie-maastricht-07-02-1992/artikel42/lid7

“Artikel 42
7.
Indien een lidstaat op zijn grondgebied gewapenderhand wordt aangevallen, rust op de overige lidstaten de plicht deze lidstaat met alle middelen waarover zij beschikken hulp en bijstand te verlenen overeenkomstig artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties . Dit laat het specifieke karakter van het veiligheids- en defensiebeleid van bepaalde lidstaten onverlet.

De verbintenissen en de samenwerking op dit gebied blijven in overeenstemming met de in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie aangegane verbintenissen, die voor de lidstaten die er lid van zijn, de grondslag en het instrument van hun collectieve defensie blijft.”

https://www.adviesraadinternationalevraagstukken.nl/over-de-aiv
https://www.adviesraadinternationalevraagstukken.nl/over-de-aiv/organisatie/adviesraad – geen club vol, zeg maar, PVV-FvD adepten


 
True managed webspace

Lees ook deze artikelen

‘Defensie krijgt middel tegen zelfgemaakte explosieven’ – De ultra traag ontwikkelde Tesla-M in een civiele Mercedes Sprinter bestelwagen (WTF?)

Defensie brengt jaarverslag MIVD uit (.pdf 44 pagina’s) – ‘Vooruitziend vermogen voor vrede&veiligheid’

Defensie: ‘Militair Crisis Actie Team 24/7 in touw voor hulpverlening in Nederland’

TPO Podcast