In 2023 zullen de kosten voor de kinderopvang voor met name lage en middeninkomens enorm stijgen. Dit komt, omdat het uurtarief van de kinderopvangtoeslag ook in 2023 onvoldoende stijgt (5,6%) ten opzichte van de werkelijke inflatie ( 14,5% in september ). De kinderopvangbranche zal de tarieven in 2023 met ca. 8% tot 12% gaan verhogen.
In het najaar bepalen alle kinderopvangorganisaties de tariefstelling voor 2023. Dit jaar zijn de verschillen enorm tussen de inflatiecorrectie van de toeslag en de bruto stijging van de consumententarieven. Alle ouders zullen netto fors meer gaan betalen voor de kinderopvang. Het beleid van het kabinet is zelfs zo dat in de randstad ouders netto vijf keer zoveel betalen dan dat de overheid beoogt.
Zo betaalt Janneke met een inkomen van € 24.000,- per jaar maar liefst netto € 2.000,- voor de opvang van haar dreumes voor 2 dagen in de week.
Het kabinet denkt dat ze 96% vergoeden, maar in werkelijkheid vergoedt de overheid slechts 83% van haar kosten.
Voor een goede bedrijfsvoering zijn kinderopvangorganisaties genoodzaakt een hogere prijsverhoging door te voeren dan de stijging van het maximale uurtarief. Omdat vrijwel alle organisaties in 2022 een prijsniveau hanteren van op of zelfs boven het kinderopvang uurtarief zullen ouders een hogere prijsstijging dan 5,6% volledig uit eigen zak betalen. Het is te verwachten dat kinderopvangorganisaties hun tarieven met 8% tot 14% zullen verhogen. De verhoging raakt met name ouders met lage- en middeninkomens.
In onderstaande tabellen staan de percentages en absolute getallen op basis van 1 kind op het kinderdagverblijf voor 11 uur per dag, 2 dagen per week, een uurtarief van € 8,50 in 2022 en een prijsverhoging van 10% voor 2023.
Bij een prijsverhoging van 10% scheelt dit een ouder met een laag inkomen € 38,02 per maand. Dit is een ruime verdubbeling t.o.v. de nettobijdrage in 2022 (+117%)! Een gezin met een inkomen van € 60.000,- betaalt netto in 2023 € 45,28 meer per maand (+27,73%). Gezinnen met hoge inkomens van meer dan € 132.251 betalen € 66,11 meer per maand (+ 12,23%).
De kinderopvangbranche staat aan de vooravond van een enorme kostenstijging. Stijging van huur, energie, voeding, luiers en verzorgingsproducten en niet te vergeten de stijging in personeelskosten, zullen de branche noodzaken om hun prijzen met ca. 8% tot 14% te moeten verhogen. Dit om een gezonde bedrijfsvoering te continueren. Ouders zullen deze verhoging uit de eigen portemonnee moeten betalen.
Jeroen Pernot, eigenaar van nettobijdrage.nl, onderzoekt ieder jaar de gevolgen van de kinderopvangtoeslagtabel voor de kinderopvangbranche. Uit zijn onderzoek blijkt dat het kinderopvanguurtarief al jaren onvoldoende stijgt en dat de overheid in werkelijkheid veel minder uitkeert dan wat het pretendeert.
“In met name de randstad ligt het werkelijke uurtarief veel hoger dan het uurtarief dat de overheid compenseert als gevolg van hogere kosten voor de kinderopvang. Hierdoor ontvangen ouders in werkelijkheid dus niet maximaal 96% van de kosten, maar slechts 83%.”
Jeroen vindt het opmerkelijk dat het kabinet enerzijds pronkt met gratis kinderopvang in 2025 en anderzijds al voor het tweede jaar op rij de netto kosten voor ouders en (met name ouders met een lager- of middeninkomen) keihard laat stijgen. De netto kosten stijgen weer (te) hard aankomend jaar doordat het kinderopvang uurtarief gewoon te laag is vastgesteld. De stijging is vastgesteld in maart 2022 terwijl juist daarna de inflatie enorm is toegenomen als gevolg van de crisis in Oekraïne. Hij vindt dan ook dat de politiek per direct het kinderopvang uurtarief moet verhogen met minimaal 12% ten opzichte van 2022.
Maar wat kunnen ouders of kinderopvang dan doen? Jeroen is hier helder in:
“Allereerst moeten we ons als kinderopvang naar de politiek richten. Het maximum uurtarief moet gewoon omhoog! Het kan niet dat weer de lagere- en middeninkomens worden getroffen. Dit is juist de groep die het kabinet wilt ontzien! Daarnaast kunnen kinderopvangorganisaties haar ouders veel beter voorlichten over de netto kosten van de dienstverlening met behulp van een rekentool.”
Met een rekentool kunnen ouders aangeven welke dagen ze opvang willen of hebben, vullen hun werkuren in en hun inkomen en dan geeft de rekentool de nettobijdrage weer als resultaat.
Het grootste probleem is dat de meerderheid van de ouders de nettobijdrage voor 2023 niet kent of niet zelf kan berekenen. Slechts 25% van alle kinderopvangorganisaties biedt een rekentool aan op hun website. Per saldo weet dus 75% van de ouders niet waar men aan toe is, terwijl ouders wel hun financiën moeten managen in steeds duurder wordende tijden.
Alarmerend volgens Jeroen:
“Vrijwel niemand kan zijn nettobijdrage berekenen. Toch het bedrag waar het om draait. Kinderopvangkosten vormen een groot deel van de vaste lasten van ouders. Kan ik in 2023 de kinderopvang nog betalen? Moet ik mijn opvang wijzigen? Dit zijn relevante vragen voor zowel ouders, de kinderopvangbranche als de overheid.”