“De stichting Music#MeToo daagt Nederlandse rappers als Ali B., Boef en Frenna voor de rechter vanwege ‘vrouwonvriendelijk gedrag en vrouwendiscriminatie’. Ook de bestuurders van hun platenlabels SPEC en TopNotch en het Amerikaanse muziekbedrijf Warner Music Group moeten zich volgens de stichting in de rechtbank verantwoorden.
De stichting Music#MeToo wil ‘ongewenste seksualisering en seksueel misbruik binnen de muziekbranche tegengaan’. Vrouwonvriendelijke teksten en seksueel expliciete video’s van rappers zorgen volgens de stichting voor een cultuur waarin vrouwen worden gezien als lustobject en kunnen leiden tot het exposen van vrouwen: het doorsturen van naaktfoto’s of seksvideo’s.
De stichting is in februari van dit jaar opgericht. De voorzitter richtte de stichting op nadat haar dochter werd aangerand op een kerstborrel van een vastgoedbedrijf, op dat feest werd veel rapmuziek gedraaid. De dochter deed eerder dit jaar aangifte van seksuele intimidatie tegen de directeur van het Amsterdamse vastgoedbedrijf, die haar tijdens dat feest twee keer op de billen zou hebben geslagen. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak in onderzoek.”
Dit zegt de Kamer van Koophandel over Stichting Music#MeToo:
Valerie Hammen kwam al eerder in het nieuws:
“Valerie Hammen, de moeder van het vermeende slachtoffer, zegt tegen Quote: ‘Elke moeder zal ons leed begrijpen, want dit wens je niemand toe. Als familie zullen wij geen financiële vergoeding voor dit leed aanvaarden. De familie Hammen zal alle juridische middelen inzetten om er voor te zorgen dat Sipke Feenstra zijn verdiende loon krijgt. Daarnaast moeten wij optreden tegen deze uitwassen en de muziekindustrie wijzen op haar verantwoordelijkheid.’”
“Hammen benadrukt dat ze niet uit is op geldelijk gewin en zichzelf beschouwt als ‘een eerste vrouw die opstaat tegen het seksisme in het bedrijfsleven’. ‘Bij mijn werkgever werken vooral vrouwen en de werkwijze van mijn werkgever verklaart waarom er weinig vrouwen op de Zuidas durven op te staan tegen seksuele intimidatie. Dat is mijn strijd. Ik streef geen schadevergoeding na’, verklaart ze haar motief om naar buiten te treden. Ze wijst op een van de personeelsvoorwaarden die ze moest tekenen om in dienst te treden. Daarin staat te lezen dat een medewerker van TOO ‘de kleur van de onderbroek van de klant’ dient te kennen. ‘Walgelijk’, zegt ze.”