Ad Verbrugge in gesprek met hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans (universiteit Leiden) over zijn boek Het land moet bestuurd worden en de problematiek omtrent de rechtsstaat. “De tegenmacht heeft geen kans meer.”
In zijn boek schetst Voermans de politieke en bestuurlijke traditie van Nederland. “We zijn altijd een land van minderheden. Die moeten er met elkaar uit zien te komen.”
In de 20e-eeuw manifesteerde zich deze opdeling in een verzuilde samenleving. Daarbij hadden burgers weinig contact met medeburgers uit een andere levensbeschouwelijke zuil, “maar in de top ruilde je wil uit.” Volgens Voermans is die structuur nog altijd springlevend. “Toen de verzuiling wegviel, rolde die verzuilde cultuur in de bestuurscultuur gewoon door.”
Dit heeft als keerzijde dat een zogenaamde regentenmentaliteit kan ontstaan. Voermans: “Ze verheffen zich erboven en zien niet meer waartoe zij op aarde zijn.” Het gevolg is dat politieke controverse wordt vermeden.
Een bestuurder in Nederland moet voldoen aan vijf kenmerken, zo schetst Voermans: boven de partijen staan, principieel principeloos zijn, eenvoudig en ingetogen, onverstoorbaar en daadkrachtig, en vakbekwaam en ervaren zijn. “Dat is je ticket om binnen te komen in de arena.”
Het is volgens Voermans in wezen een voortzetting van een soort standenmaatschappij. Waarbij niet meer de zuil, maar meer en meer een technocratisch denken de bepalende factor is geworden, “het zo goed mogelijk doen voor de burger als klant”.
Voermans schetst hoe dat heeft geleid tot groei van overheidsorganen die slecht of niet gecontroleerd worden. En waarbij de kamer niet wordt geïnformeerd. “De tegenmacht heeft geen kans meer.”
Voermans noemt het politieke proces omtrent de noodmaatregelen als voorbeeld: pas vanaf het najaar is er parlementaire inspraak op het pakket maatregelen. “Hoe wij door dit coronajaar heen komen, ik denk dat je er in andere landen niet mee wegkomt.” Hij doet dan ook een dringende oproep voor de toekomst van onze rechtsstaat. “Betrek burgers betekenisvol bij het maken van beleid onderweg.”
—
1:09 Hoe zat jij te kijken naar de kamerverhoren en de presentatie van het rapport ‘Ongekend onrecht’ n.a.v. de toeslagenaffaire?
3:06 Kun je kort schetsen hoe in Nederland bestuurd is de afgelopen eeuwen?
7:32 Je zegt: vertrouwen is altijd cruciaal. Dat is nu wel aan het schuiven denk ik?
9:53 Over bestuur en politiek in tijden van Verzuiling
14:35 Wat zijn de vijf waarden om als bestuurders aan tafel te mogen komen?
18:40 Wat zie jij gebeuren vanaf de jaren ’60, ’70?
29:10 Wat is nu dan de drijvende kracht binnen die verzelfstandigde organen? “Technocratie”
34:32 Wat zie je als je vanuit jouw boek naar de casus van de toeslagenaffaire kijkt?
39:59 Zeg je dat de bestuurderslogica die je beschrijft ook bij de rechterlijke macht dominant wordt?
47:39 “Hoe wij door dit coronajaar heen komen, ik denk dat je er in andere landen niet mee wegkomt”
53:45 Wat heb jij voor boodschap voor het publieke debat, hoe moet het vertrouwen beschermd worden?