Hugo de Jonge wil door als minister in een volgend kabinet. Het liefst op het huidige ministerie. Dat zegt de demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de podcast Pa & de Politiek van Frits Wester en zijn zoon. ‘Het is heel mooi om te mogen doen’, zegt De Jonge. ‘Als me in een volgend kabinet deze vraag gesteld zou worden, dan kan het antwoord eigenlijk alleen maar ja zijn.’
De Jonge wil door als minister om de lessen van corona uit te voeren. ‘We hebben zoveel lessen te trekken waar ik natuurlijk niet aan toe ben gekomen in de afgelopen anderhalf jaar. Want de brand moest eerst geblust.’
Waar de demissionair minister in een volgend kabinet mee aan de slag wil, weet hij al precies. ‘Er is heel veel te leren van de afgelopen anderhalf jaar. De corona crisis heeft een explosie van schaarste tot gevolg gehad. En wij gaan ook de komende 20 jaar een explosie aan schaarste zien. Alleen dan in slow motion.
De zorgvraag zal de komende 20 jaar verdubbelen. We krijgen twee keer zoveel 80-plussers. De zorgvraag zal enorm stijgen. Maar het aantal mensen dat beschikbaar is om zorg te geven dat kan natuurlijk niet verdubbelen. Je moet de zorg dus heel anders organiseren.’
Een ander punt dat De Jonge wil aanpakken in een volgend kabinet is de organisatie van crises. De aanpak is nu goed afgelopen, maar het had niet veel gescheeld of het was misgegaan. De aansturing van crisis-situaties moet daarom heel anders. De Jonge: ‘We hebben de crisis moeten runnen in een totaal gedecentraliseerd stelsel. Daarin bestaat eigenlijk geen echte commando-structuur. Dat is niet te doen. Dat kostte ongelooflijk veel energie.’
De Jonge neemt ook de mening van zijn gezin mee. ‘Ik ga het voor de tent met thuis bespreken. Voor hen is het een heftig jaar geweest. En daarnaast moet de vraag ook gesteld worden. Wopke Hoekstra bepaalt uiteindelijk hoe zijn team eruit ziet.’
Frits Wester: ‘Maar zoals Piet-Hein Donner altijd zei: Als de kerk en staat je vraagt, dan kun je niet weigeren.’
Hugo de Jonge: ‘Nee dat is ook wel zo, toch? Als die verantwoordelijkheid op je pad komt, dan is het moeilijk om nee te zeggen. Dan moet je wel van goede huize komen.’
