Black Panther is de nieuwste film in de ‘’Marvel Cinematic Universe’’ – gebaseerd op de stripboeken van Marvel Entertainment. Het universum, bestaande uit films, stripboeken (‘’tie-ins’’ voor de films), televisieseries en boeken bestaat inmiddels al tien jaar en telt deze film meegerekend inmiddels 18 titels. Langzaamaan bouwde Marvel Studios een universum waar alle Marvel Studios uitgaven aan elkaar verbonden werden, en zodoende superhelden elkaar kennen en bijstaan. Zo werd de titelfiguur van deze film voor het eerst geïntroduceerd in de film “Captain America: Civil War’’.
Ik moest deze film zien, want ik kijk alle Marvel meuk. Waarschijnlijk vanwege een jeugdsentiment dat nooit is verdwenen; een adoratie voor figuren in spandex die kwaadaardige lui in spandex neermeppen om de wereld te redden. Met veel melodramatische dialogen en tragische verledens. Stoere soaps dus. En deze film valt niet buiten het bootje in die zin, maar is alsnog een opvallende uitgave in de serie.
Black Panther is de koninklijke titel van T’Challa – koning en beschermheer van Wakanda, een isolationistisch Afrikaans land met vergevorderde ‘’space-age’’ technologie. U kunt het zien als een Afrikaans Atlantis: een verborgen, technologisch spectaculaire utopie. Buitenstaanders weten dat ‘’Wakanda’’ bestaat in de Marvel wereld, maar stellen hier alleen een primitief derde-wereld land bij voor. De ‘’Wakandanen’’ houden het futurisme van hun samenleving strikt geheim, en liegen ook over de hoeveelheid ‘’vibranium’’ die zij bezitten. Dit is een buitenaards stofje dat via een meteorietinslag in de natuur van Wakanda is terechtgekomen. Hiermee maken zij het meest krachtige metaal op aarde, leveren ze energie aan hun maatschappij en is veel meer sci-fi-goeds mogelijk. Energie-schilden, ruimteschepen, vibranium-speren, magnetische treinen… Het maakt de samenleving half-traditioneel, half-futuristisch.
De Afrikaans-culturele invloed is erg sterk. Wakandaanse kledij, gebruiken, muziek en architectuur hebben allemaal een Afrikaans tintje (maar zijn niet aan één cultuur vast te pinnen). Hierdoor heeft de film ook de meest unieke visuele signatuur van de gehele Marvel serie, maar ook van alle mogelijk denkbare blockbusters. Qua spektakel komt de stijl tot zijn recht in een gevecht tussen de stammen van Wakanda. De mix van traditionele en futuristische technologie in deze oorlog geeft de indruk van een soort Afrikaanse Star Wars. Een aparte kijkervaring.
Maar er is meer dan actie en fantasie te vinden in dit verhaal; er loopt een politieke draad door de gehele film. Thema’s als kolonisatie, vluchtelingenopvang, CIA-destabiliserings tactieken, ghetto’s en inkomensongelijkheid komen allemaal tevoorschijn. De makers zijn er niet subtiel mee, maar ze worden ook niet als morele lessen in het gezicht gewreven. Marvel Studios maakt allereerst spectaculaire avonturenfilms gebaseerd op stripverhalen, geen politieke manifesten. Hierdoor lukt het de film om veel gevoelige thema’s zo nu en dan kort te behandelen, om vervolgens gauw op de standaard superhelden zaken over te gaan. Zo zijn er korte discussies tussen Wakandaanse karakters over vluchtelingen opnemen en de mogelijkheid de buitenwereld te helpen met hun geavanceerde technologie, maar de film schuift deze thema’s ook weer snel opzij om The Hero’s Journey van T’Challa te belichten – en komt hier en daar op zulke thema’s terug.
Het meest ”controversiële” aspect ligt waarschijnlijk in de motieven van de hoofd-schurk: Erik Stevens. Stevens is een zwarte supremacist uit Amerika met een expertise in landen te destabiliseren. Deze ex-‘Black Ops’ soldaat wil de ‘onderdrukten’, de zwarten van de wereld de technologie van Wakanda meegeven om hun ‘’onderdrukkers’’ ten val te brengen. Interessant motief voor de schurk van een superheldenfilm, een ideologie die trouwens niet bepaald positief belicht wordt. Stevens zelf wordt wel sympathiek tentoongesteld in flashbacks over zijn tragische verleden. In een filmserie waarin de slechteriken vaak de zwakste schakels zijn, is Stevens een leuke verrassing. De combinatie charisma, goed gevoel voor humor en doordachte motivatie maken hem tot een mooie slechterik.
De actie, visuele stijl en leuke personages maken Black Panther tot een vermakelijke, afro-futuristische avonturenfilm. Deels spionagethriller, deels King Arthur-achtige fantasy. Als reguliere Marvel kijker heb ik mij goed vermaakt. Zo vervult de film de checklist van wat je kan verwachten bij een Marvel film: CGI-spektakel (helaas soms wel tegenvallend, zoals de zeer nep-lijkende luchtschepen), sarcastische humor, met een plot gedreven door charismatische, heldhaftige personages. En eindelijk weer eens een goede bad guy in een Marvel film! Het is geen diep politiek drama, maar zet wel een beetje tot nadenken. Een bovengemiddelde Marvel film. Geen klassieker, wel leuk… én bijzonder.