Registreren, vragen, luisteren en vooral proberen te begrijpen; zo eenvoudig was journalistiek toch? Van de ene schitterende serie naar de andere, met dank aan de Vpro, onderdeel van de steeds vaker afgeschreven publieke omroep.
Er wordt, ook op ThePostOnline, makkelijk afgegeven op de ‘staatsomroep’ waarmee afwisselend NOS en NPO beschimpt worden. Maar de NOS brengt zes avonden per week het beste journalistieke programma op tv, Nieuwsuur. En de publieke omroepen besteden hun geld ook aan integere programma’s, zoals prachtige documentaires.
Niet dat je geen vraagtekens mag plaatsen bij de rol van de NPO: als omroepen productiemaatschappijen worden en grote partijen als Netflix en Amazon distributierechten winnen, dan krijgt de NPO het als concurrerende distributeur benauwd. Hoe dan ook zou de rol van de NPO veel meer naar educatie zijn door te trekken, juist met leerzame reisseries. Dan kan er ook meer geld voor vrijkomen.
Dus nu het positieve verhaal over de NPO: wat viel er fantastisch te genieten van Door het hart van China van Ruben Terlou en regisseur Maaik Krijgsman. En nu weer met Over de rug van de Andes waarin presentator Stef Biemans en onderzoeker Barbara Smit ons in zes afleveringen door Bolivia, Chili, Argentinië, Equador en Columbia loodsen.
Met als krachtige gemeenschappelijke kenmerken dat zowel Terlou als Biemans vloeiend de lokale taal spreken, nieuwsgierig zijn en buitengewoon integer met de bronnen en lokale gewoonten omgaan. Ze vinden hun gesprekspartners belangrijker dan zichzelf, iets dat op de Nederlandse televisie geen gewoonte is.
Terlou is w at meer de buitenstaander met wat meer distantie, terwijl Biemans als inwoner van Nicaragua – waar hij trouwde – zich sneller identificeert met zijn mensen en hen troost biedt in hun hulpeloosheid. Beide benaderingen vind ik even waardevol.
De tweede serie van Terlou over China is nog zo verassend als de eerste toen we de voortdurend Chinees converserende Ruben als groot talent leerde kennen. In de jongste serie komen het leven als homo, het huwelijk, ouderdom, gezondheid, begraven, religie en de compromisloze nieuwbouw en industrialisatie aan bod.
Waarbij zelfs een voetbalcultuur als een industrie wordt opgebouwd, op een enorm sportcomplex van club Evergrande in industriestad Guangzhou. Ruben trapt vaardig een balletje mee, maar concludeert dat het Chinese voetbal onder deze afgedwongen kadaverdiscipline het hoogste niveau niet zal bereiken.
Het hoogtepunt van alle (nog terug te kijken) China-reportages vond ik die over begrafenisrituelen. Met zijn onbevangenheid weet Terlou door te dringen tot de Chinese ziel zoals die zich openbaart in de liefde voor overledenen. Althans, voor wat daarvoor moet doorgaan in onze Westerse ogen. Doden krijgen, ook geheel in lijn met de huidige Chinese cultuur, allerlei materiële zaken mee in het graf.
Maar het mooiste is het principe dat je niemand alleen begraaft. Mocht de dode Chinees geen geliefde hebben, dan arrangeren de nabestaanden voor een fors bedrag een begrafenispartner, of eventueel een pop. Deze aflevering De koelkast van het hiernamaals leert je in drie kwartier alles over het planten van bijzondere opvattingen in mensen, al dan niet religieus. Zonder moeilijke verklaringen, gewoon kijken: zo vormt zich het menselijk brein. Wat een meesterlijke uitzending!
Stef Biemans (39) en onderzoeker Barbara Smit (34) hanteren hetzelfde procedé als de China-makers: telkens een ander geografisch gebied tonen om een nieuw thema te benadrukken. Met het zoeken naar antwoorden op de vraag: hoe leven de Zuid-Amerikanen nu?
Ooit zat ik in een jury voor een journalistieke prijs en dreef m’n zin door om die aan Metropolis toe te kennen: de internationale reportageserie vervaardigd door lokale correspondenten over de hele wereld, onder leiding van Biemans. Is dat wel journalistiek, vroegen m’n medejuryleden zich af. Wis en waarachtig, goede journalistiek begint met, letterlijk, grenzeloze nieuwsgierigheid.
Dat kenmerkt ook deze Andes-serie, met als rode draad dat de ‘vooruitgang’ – waar de Vpro juist het evangelie van meent te moeten prediken – het leven van de Zuid-Amerikanen niet voetstoots vrolijk stemt. Of het nu gaat om de zilvermijnwerkers in het hooggelegen Boliviaanse Potosí, of gelukzoekers in de fabrieken in Vuurland of de overwerkte, depressieve stedelingen in het economisch wonder Chili.
En gelukkig bezorgt Biemans ook de nodige humor, zoals het tonen van de behandeling van zieken via het scannen van het lijf met een hevig geschudde levende cavia, een methode wijd en zijd bekend onder de naam ‘de röntgenfoto van de Andes’. Bijgeloof dat soms nauwelijks te onderscheiden is van de invulling van het ‘officiële’ katholicisme, bij uitstek een religie die mensen weet te drogeren teneinde het leven draaglijk te maken.
Grootste verschil tussen de Chinezen en Zuid-Amerikaanse volkeren vormt de levenskunst van de laatsten. Steeds weer, benadrukt Biemans in diverse toonaarden, weten ze hun dagelijkse ellende te doorbreken met berusting, hoop en plezier. De katholieke volksaard van vergeven, drogeren en vergeten helpt hen goed in het zelfbedrog dat nodig is om je door het barre leven te ploegen. Het leven is wel goed, en zo niet, krijgen de kinderen het beter. Trouwens, laten we hoe dan ook lachen en feesten waar mogelijk.
Chinezen betonen zich in de series van Terlou vooral pragmatisch in de aanpassing aan het systeem dat hen bovenal materialistisch bevredigt. Opdat de roes van groeiende welvaart hen blind zal maken voor sociale controle, gebrek aan vrijheid en levensvreugde. Met als onderliggende kwestie van Terlou en Krijgsman: zullen de Chinezen vroeg of laat in opstand tegen de staatsmachine die hen in dit keurslijf dwingt?
Juist de beide series samen vind ik zo leerzaam. Dat zijn ze ook voor het toenemende aantal zeurpieten die – ook op deze website – niets beters te doen weten dan klagen over de Islam, Sinterklaas of een of andere uitspraak die volgende week iedereen weer vergeten is.
Er zijn belangrijker vragen die deze mooie series je impliciet stellen. Zoals: waartoe ben je op aarde? De antwoorden van China en Zuid-Amerika verschillen nogal: om je welvaart te laten groeien en je te laven aan het genot van steeds minder armoede en aanhoudende aandacht van je controlerende beeldscherm? Of om dieptepunten en leedwezen samen met je dierbaren draaglijk te maken in afleiding, humor en genegenheid?
Zo zwart-wit is het natuurlijk niet, en de worstelingen en vragen zijn belangrijker dan de antwoorden en de bestemmingen. Met dank aan de dames en heren van deze prachtseries van de Vpro.