“Hoogleraren en docenten in alle wetenschappen, de harde beta-wetenschappen uitgezonderd, proberen steeds vaker hun studenten te indoctrineren met het idee dat het behoren tot elke minderheidsgroepering, of gewoon een vrouw zijn, in hedendaags Amerika automatisch inhoudt dat je het slachtoffer bent van aanhoudende onderdrukking, zelfs als je tot die uitverkoren minderheid behoort die kan studeren aan een fantastisch en welvoorzien, wetenschappelijk Amerikaans college of universiteit.
Deze hoogleraren en docenten houden ook vol dat het bekritiseren van deze, op zichzelf nogal kwetsende, claim hetzelfde is als ‘hate speech’ en dat deze ‘hate speech’ automatisch fysiek geweld tegen minderheden en vrouwen veroorzaakt.
En het is dan natuurlijk niets meer dan ‘terecht’ om dergelijk ‘geweld’ te onderdrukken en af te straffen.
Proberen te voorkomen dat intellectuelen ‘met de verkeerde mening’ in contact komen met studenten is eenvoudigweg een poging om het linkse monopolie op gedachten in stand te houden. Het feit dat dit soort onderdrukking gecamoufleerd wordt door de term ‘antifascisme’ is opvallend.
Het is wellicht geen goed idee om net zo openlijk met de term ‘fascist’ te schermen als de zogenaamde ‘anti-fascisten’ doen, maar als conservatieve universiteitsstudenten fysiek geweld zouden gebruiken om te voorkomen dat een senator van de Democraten een speech geeft dan zou het op de voorpagina van The New York Times staan en zou de woorden ‘fascist’ en ‘fascisme’ niet van de lucht zijn, uiteraard direct gevolgd door de term ‘misogyn’.
En wanneer studenten met hun anarchistenvrienden ruiten inslaan, winkels slopen en ‘vijanden’ fysiek belagen, zoals gebeurde in Berkeley omdat Milo Yiannopoulos een lezing wilde houden of zoals de maand daarop gebeurde toen Charles Murray een lezing wilde geven voor Middlebury College, is het moeilijk om daarin niet de echo’s van het fascisme uit de jaren 30 vorige eeuw te horen.”
https://quillette.com/2018/09/19/the-hysterical-campus/